De fuik

 Een fuik bestaat uit netten en ringen. De vissen zwemmen eerst         tegen een keernet aan dan volgen ze het keernet en komen ze in de fuik. Maar hebben nog maar een weg. Dan passeren ze een aantal inkeelingen.  Als ze die volgen komen ze in de kobbe. Een kobbe zit aan het eind van een fuik daar zit alle vis en paling in. En kunnen er niet meer uit. Een fuik kan je zelf maken maar ook kopen maar dat is wel erg duur. En als je de fuik te lang in het water laat zitten gaan de vissen dood en wordt de fuik groen. Een fuik zet je aan de kant van een meer neer, want als je hem in de midden zet is het niet handig voor de boten. De visser haald de fuik gemiddeld drie of vier keer per week op. 

 

 

 

 

 

 

 Vroeger was een fuik gemaakt van houten ringen en katoenen netwerk. Het nadeel van katoen is dat het niet zo goed schoon is te maken en katoen is sneller gaar dus dat het sneller kapot gaat. Daarna waren de ringen van de fuik gemaakt van pvc en het netwerk van nylon draad. Nu worden de ringen gemaakt van pvc en het netwerk wordt gemaakt van nylon en PE ( polyetheen ). Een fuik heeft meestal ook een paar kleine ontsnappingsringetjes zodat de kleine palingen er weer uit kunnen zwemmen, want die moeten nog groeien.